Lien: Dag Ann, jij hebt de muzikale leiding van het festival voor vertelkunst en oude muziek ‘Casanova aan de Dijle’ eind september in Mechelen. Blij dat je even tijd kon maken voor een gesprek, ook al heb jij het behoorlijk druk, niet?

Ann: Klopt, het Conservatorium ligt nu stil, maar in de zomer heb ik heel wat concerten met mijn eigen ensemble dat ik niet dirigeer, maar waar ik als violiste optreed en waarmee we ook overwegend barokmuziek brengen.

Lien:  Samen met je collega’s en studenten van de afdeling ‘Oude Muziek’ aan het Mechels Conservatorium verzorg je het muziekluik van ‘Casanova aan de Dijle’ . Je hebt daarvoor een prachtig programma samengesteld waar Casanova allicht zelf ook zou van genoten hebben.  Hoe heb je het aangepakt?

Ann: Wij- en dat zijn de collega’s leerkrachten, de muzikanten en ik samen- hebben niet specifiek Italiaanse componisten gekozen, maar vooral naar mooie barokmuziek die bij de verhalen pasten waarbij er toch een link is naar Casanova. Er is heel wat dansmuziek bij, omdat dat mooi in korte stukjes kan worden gecombineerd met de verhalen. Zo spelen we in de Begijnhofkerk tijdens het slotstuk een forlane, dat is de lievelingsdans van Casanova, uit Carnaval de Venise van Campra. Daarnaast brengen we in de kerk samen met de tenor Leander Van Gijsegem een aantal aria’s van Händel uit diens Italiaanse periode. En we houden wel van een opvallend muzikaal accent, en dat doen we met de ‘Aire de la Trompette’ van Charpentier.

Lien: Mooi, dat belooft! En op de verschillende locaties? Wat krijgen we daar zoal te horen?

Ann: Daar brengen een aantal renaissance ensembles van het Conservatorium vroeg 17^de -eeuwse muziek, ook voora dansmuziek die mooi past bij de verhalen en aangenaam is op te beluisteren op een mooie zomeravond. En net als in de kerk, zal er ook op de locaties worden gedanst!

Lien: Kan je wat meer vertellen over de bezetting de locaties, Ann?

Ann: Wel, we hebben een luitensemble in ‘het Anker’, een strijkkwartet in de ‘Goudvis’, een fluitensemble in de Indavertuin, houtblazers in de ‘Wonderfull world’ , een ensemble met hoorn, viool en cello op de Korenmarkt. Die hoornspelers gaan bovendien ook nog spelen nadat de verhalen op de locaties afgelopen zijn en de mensen naar de Begijnhofkerk trekken voor het slotevent en het hapje/drankje moment.  En niet vergeten, in  ‘de drie huisjes’ zingt onze Martine Renson.

Lien: Je spreekt met zoveel passie niet alleen over de muziek, maar ook over de muzikanten van de afdeling ‘Oude muziek’. Wat is zo bijzonder aan hen?

Ann: Wel het fijne aan de mensen uit die afdeling is dat het om heel flexibele en gedreven muzikanten gaat die al een heel lang parcours hebben doorlopen als liefhebber. Het zijn gewoon ontzettend gezellige mensen die ‘liefhebber’ zijn in de echte, letterlijke betekenis van het woord. 

De afdeling zelf is sinds 2019 echt ‘ontploft’ en daar heeft de covidperiode ondanks de beperkte lesmogelijkheden, beslist geen afbreuk aan gedaan, we zijn zelfs de grootste afdeling ‘Oude muziek’ in Vlaanderen.

Lien: Binnen die afdeling heb je dan ook nog eens het Barokorkest dat jij dirigeert tijdens het slotstuk in de Begijnhofkerk en dat…

Ann: ja, het Barokorkest, dat is wat ik echt mijn ‘hartsproject’ noem, naast al mijn andere professionele bezigheden als violist, docent en onderzoeker. Het is trouwens het enige amateurbarokorkest in Vlaanderen en is sinds 2019 gegroeid van een groep van 12 tot ruim 40 schitterende mensen die elkaar door dik en dun steunen. En die medezeggenschap hadden over de finale muziekkeuze voor ‘Casanova aan de Dijle”. Zo bleek bijvoorbeeld de Pasacaglia uit Händels Radamisto de absolute favoriet van iedereen.

Lien: Aan jullie enthousiasme zal het dus zeker niet liggen, Ann. Maar zie je ook uitdagingen?

Ann: Wat de muziek betreft, daar ben ik er gerust in, dat komt goed! De enige uitdaging die ik zie? Ja, het weer! Hopelijk krijgen we geen regen.

Lien: Daar rekenen we op! Dank je wel voor dit gesprek, Ann, ik kijk alvast uit naar 27 en 28 september.

Ann: Graag gedaan.